KIJKOPERATIE IN DE KNIE (ARTHROSCOPIE)

 

Introductie

Beschadigingen in de knie kunnen ontstaan door een trauma (ongeluk, verdraaiing tijdens sport of in een andere situatie) of door artrose. Er kan bv. sprake zijn van een scheur in de meniscus, voorste- of achterste kruisband of kraakbeenschade. Deze beschadigingen in de knie veroorzaken pijnklachten, slotklachten, instabiliteit en zwelling van de knie. In dergelijke gevallen is het nodig een arthroscopie te verrichten van de knie. Als uit de anamnese van de patiënt en het lichamelijk onderzoek niet duidelijk blijkt wat de diagnose is wordt soms besloten eerst een MRI te verrichten van de knie.

Bij een arthroscopie kijkt de orthopedisch chirurg in het gewricht. Er wordt een arthroscoop ingebracht. Dit is een kleine glasfiber kijkbuis, waarmee alle onderdelen goed zichtbaar zijn. De kijkbuis is aangesloten op een camera waardoor de ingreep goed gevolgd kan worden. Indien tijdens de operatie blijkt dat er een afwijking aanwezig is, zoals een gescheurde meniscus, kan de orthopedisch chirurg deze gelijktijdig behandelen.

Procedure

De operatie vindt meestal plaats onder volledige narcose, maar soms ook met behulp van een ruggeprik ("spinaal").  Tijdens de operatie wordt er een band om uw bovenbeen gelegd. Deze zorgt ervoor dat het bloed uit uw been weggehouden wordt, zodat er zo goed mogelijk in uw knie gekeken kan worden. Na het ontsmetten van de knie worden er twee tot drie kleine gaatjes gemaakt voor het inbrengen van de kijkbuis en de instrumenten. Tijdens de operatie wordt de gehele binnenkant van uw knie bekeken en waar nodig worden beschadigde delen van de meniscus verwijderd. Randen van beschadigd kraakbeen kunnen worden gladgemaakt. Soms is de kwaliteit van het kraakbeen zodanig slecht dat dit gedeelte opgeruwd wordt, zodat de doorbloeding ter plaatse verbeterd en hopelijk een nieuw laagje weefsel ontstaat. Op de wondjes worden hechtstripjes geplakt, soms wordt er een hechting gebruikt. Hierna wordt er een drukverband om uw been aangebracht.

Beelden tijdens een kijkoperatie :

001 patella mini
002 trochlea mini
003 artrose trochlea mini
004 mediale meniscus mini
005 geluxeerde bucket handle mini
006 flapscheur meniscus mini
007 omgeklapte flapscheur mini
008 wegknippen gescheurde meniscus mini
009 na wegknippen mini
010 vissenbek scheur mini
011 intacte vkb 1 mini
012 intacte vkb 2 mini
013 kruisband ruptuur mini
014 laterale meniscus mini
015 popliteus pees mini
016 graad 1 artrose mini
017 graad 2 artrose mini
018 graad 3 artrose mini
019 graad 4 artrose mini

Na de arthroscopie

U verlaat de kliniek met twee krukken en een drukverband. U kunt thuis het drukverband twee dagen na de operatie verwijderen. Volledige belasting van de knie is in eerste instantie vaak niet goed mogelijk vanwege de pijn. U mag de knie echter wel volledig belasten vanaf de eerste dag na de operatie (tenzij anders wordt vermeld door de orthopedisch chirurg). De knie mag ook normaal bewogen worden na de operatie, door zwelling is dit vaak echter nog niet volledig mogelijk. De knie blijft vaak nog weken in enige mate dik. De hele herstelperiode varieert per patiënt en per gevonden aandoening in de knie. De normale activiteiten mogen weer plaatsvinden als dit weer mogelijk is. Geadviseerd wordt de eerste weken wel rustig aan te doen wat sportactiviteiten betreft. Autorijden kan weer als u voldoende kracht en stabiliteit in het been heeft.

Complicaties

In de meeste gevallen verloopt een operatie en de revalidatieperiode zonder problemen. Een kijkoperatie van de knie wordt meestal goed verdragen en het herstel verloopt snel. Infecties, trombose, zenuwletsel en pijn zijn mogelijk na een kijkoperatie, de kans hierop is echter klein.

 

 

U bevindt zich hier: Home knie arthroscopie