HALVE KNIEPROTHESE
Introductie
Meestal zit slijtage ("artrose") het eerst aan de binnenkant ("mediaal") van de knie. Wanneer de slijtage beperkt blijft tot de mediale zijde van de knie, het kraakbeen aan de buitenkant ("lateraal") en van de knieschijf ("patella") nog intact is en de voorste kruisband goed functioneert is een halve knieprothese een goede optie. Vele belangrijke eigen structuren worden hiermee behouden en tevens is er minder botverlies dan bij het plaatsen van een totale knieprothese. De revalidatie is vaak eenvoudiger en sneller en de infectiekansen zijn lager dan bij het plaatsen van een totale knieprothese. Tevens is een eventuele revisie (wissel) van de halve knieprothese in de toekomst eenvoudiger dan een revisie van een totale knieprothese.
MEDIALE ARTROSE | UNICONDYLAIRE PROTHESE | NA OPERATIE | NA OPERATIE |
Operatie: de halve knieprothese
De operatie duurt ongeveer 1 uur en kan gebeuren met een ruggeprik ("spinaal") of algehele verdoving ("narcose"). De dag na de operatie kunt u alweer naar huis. In Ave Orthopedische Klinieken is gekozen voor een minimaal invasieve techniek. Dit betekent dat er geopereerd wordt met zo min mogelijk weefselschade. In vergelijking met de normale operatiemethode wordt niet alleen de snee in de huid kleiner, maar wat belangrijker is, ook de snee door de spieren en pezen blijft beperkt. De grootte van de snee in de huid kan variëren, ondanks dat er daaronder toch weefselsparend wordt geopereerd. Een halve knieprothese is een vervanging van het gedeelte van het kniegewricht dat versleten is. De uiteinden van het bot van het onder- en bovenbeen worden aangepast aan de vorm van de prothese. Het aangetaste kraakbeen en de meniscus worden verwijderd en de kruisbanden blijven intact. De twee metalen componenten worden met sneluithardend botcement aan het boven- en onderbeen vastgemaakt. Op het metalen component van het onderbeen zit een kunststof gedeelte dat zorgt voor het soepel scharnieren van het kunstgewricht.
Uit welk materiaal bestaat een halve knieprothese?
In het algemeen worden metalen zoals Titanium en Cobalt-Chroom, en kunststoffen zoals polyethyleen gebruikt. Alle materialen zijn speciaal voor medische toepassing ontwikkeld en worden optimaal door het lichaam geaccepteerd.
Hoe lang gaat een halve knieprothese mee?
Beslissende factoren voor de levensduur en werking zijn natuurlijk de lichaamsbelasting en de kwaliteit van de botstructuur. Dit in combinatie met de kwaliteit van het materiaal van de knieprothese. Wetenschappelijk onderzoek geeft tegenwoordig een gemiddelde overleving van een halve knieprothese van tien tot vijftien jaar weer. De ontwikkeling van halve knieprothesen staat echter niet stil en de overlevingsverwachting stijgt mee met deze ontwikkeling. De prothese die in Ave Orthopedische Klinieken wordt geïmplanteerd is van zeer hoge kwaliteit. Als de prothese uiteindelijk versleten is of losraakt is een revisie (wisselen van de prothese) naar een totale knieprothese een relatief eenvoudige ingreep.
Nabehandeling
U verlaat de kliniek met twee krukken en drukverband, dat 48 uur aanwezig moet blijven. Volledige belasting van de knie is in eerste instantie vaak niet mogelijk vanwege de pijn. U mag de knie echter wel volledig belasten vanaf de eerste dag na de operatie. De knie mag bewogen worden, echter de eerste zes weken niet voorbij de 90 graden. Het strekken dient u goed te oefenen na de ingreep; volledige strekking is belangrijk om een optimaal resultaat te behalen. U krijgt pijnmedicatie mee voor thuis, maar het kan gebeuren dat u niet pijnvrij zult zijn. Het is normaal dat het been na de operatie in enige mate gezwollen is. De knie zelf blijft vaak nog weken tot maanden in enige mate dik. De hele herstelperiode duurt gemiddeld twaalf weken voor wat betreft de zwaarste fase. Deze periode wordt u begeleid door een fysiotherapeut. U moet zich er van bewust zijn dat uw knie niet meer zo wordt als in uw jonge jaren. Er kunnen enige beperkingen blijven; op de knieën zitten is bijvoorbeeld soms niet meer goed mogelijk.
Complicaties
In de meeste gevallen verloopt een operatie en de revalidatieperiode zonder problemen. Toch is het van belang om te weten welke complicaties er kunnen voorkomen: nabloeding, trombose, zenuwletsel (doof gevoel rond het litteken: dit is een bijkomstigheid bij een operatieve ingreep, doordat zenuwtakjes in de huid doorgesneden worden bij het maken van de incisie in de huid die benodigd is voor het uitvoeren van de ingreep). Soms is dit tijdelijk, maar het kan ook blijvend zijn. Infectie : om de kans hierop zo klein mogelijk te houden krijgt u antibiotica rondom de operatie en wordt er zo steriel mogelijk gewerkt. Een infectie bij een knieprothese kan grote gevolgen hebben. Vaak zal in deze gevallen de prothese gespoeld moeten worden. Soms is het tijdelijk volledig verwijderen van een prothese zelfs noodzakelijk.